LegIT

Der volkssprachige Wortschatz der Leges barbarorum

Wörterbuchangabe grafio (GTB)

Wörterbuch Historische woordenboeken op internet. © 2007-2010, Instituut voor Nederlandse Lexicologie.
Inhalt

GRAAF 1. Woordsoort: znw.(m.). Modern lemma: graaf.

— GRAVE; in sommige tongvallen ook GREEF, GREVE —, znw. m., mv. graven; verkl. graafje. De 2de nv. enkelv. graven alsmede de 3de nv. enkelv. grave worden thans alleen nog maar in hoogeren stijl gebezigd; een sterke 2de nv. enkelv. graafs (greefs) komt reeds in het Mnl. voor. Twee vormen, een met en een zonder i (j) in het achtervoegsel staan oorspronkelijk naast elkander; uit laatstgenoemde ontstonden de latere vormen met ê Ohd. grâvo, grâvio (verg. ook mlat. gravio, grafio enz.), mhd. grâve, nhd. graf (daarnaast de familienamen Gräf en Gräfe), mnd., nnd. grave, greve, mnl. grave, graef en greve, greef; verg. ook de geslachtsnamen (De) Grave, Graaf, Greve en De Greef. On. greifi, deensch greve, zw. grefve zullen wel alle ontleend zijn; verg. voorts dial. schotsch grieve en greif; ook houdt men het tweede lid van ags. scîr-gerêfa (waaruit eng. sheriff) voor verwant. De oorsprong, en dus ook de oudste beteekenis van dit woord zijn onzeker; zie daarover de woordenboeken van kluge en franck alsmede kern in Taal- en Letterb. 5, 13, cosijn, Altwests. Gramm. 1, 35. Voor andere beteekenissen dan de hieronder vermelde zie Mnl. Wdb. en sommige der Samenst. als tweede lid.

Letzte Änderung am 01.07.2020 durch HiWi
Link http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M021308&article=grafio
Lemmata