LegIT

Der volkssprachige Wortschatz der Leges barbarorum

Wörterbuchangabe mannire (GTB)

Wörterbuch Historische woordenboeken op internet. © 2007-2010, Instituut voor Nederlandse Lexicologie.
Inhalt

MANNEN 2. Woordsoort: ww(zw., trans.). Modern lemma: manen. Etymologie: Mhd. mnd. manen; ohd. manôn, manên; osa. manôn; ags. manian (in het Eng. uitgestorven); ofri. monia; hd. mahnen; ndl. manen. Stamverwant en in bet. overeenkomende met lat. monere. Zie verder de wdbb. van Grimm en Kluge. Eene enkele maal komt een bijvorm mannen voor (z. ald. 2de Art.); gewoner is manninge naast maninge; z. ald. en vgl. mlat. mannire en mannitio. Een bijvorm monen, die in het Ohd. en Md. bekend is (Kluge 220; Flandr. III, 6 Aant.), heeft ook in het Mnl. bestaan blijkens de samenstelling vermonen (Seven Vroeden 862; Overzee 89 en 119; Flandr. III, 6 en de Aant.; Bloeml.2 Gloss. 433; V. Helten bl. 57). Vgl. ook moonbrief (moenbrief), Arch. v. Buren 100) naast maenbrief.

Letzte Änderung am 02.07.2020 durch HiWi
Link http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=27891&article=mannire
Lemmata